DE BEVRIJDING VAN VENLO
Wim Didriëns
1.
De bevrijding van Venlo neemt in de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog geen prominente plaats in. Dit in tegenstelling tot de bevrijding van Blerick. Toch nam de stad in de plannen van de geallieerden vanwege zijn ligging aan de Maas een belangrijke plaats in. Venlo lag namelijk op de route van Antwerpen naar het Ruhrgebied en was naast Gennep van groot belang voor de bevoorrading van de troepen die de Rijn gingen oversteken en verder Duitsland in zouden trekken.
De task force Byrne die Venlo bevrijdde, werd op 28 februari 1945 speciaal gevormd met dat doel.
Met de bevrijding van Blerick op 3 december 1944 waren alle Duitsers uit het gebied ten westen van de Maas verdreven. De volgende fase in de geallieerde plannen was om met een tangbeweging het hele gebied tussen Maas en Rijn in handen te krijgen. Als de Rijn over de volle lengte bereikt was, zou deze rivier ten noorden en ten zuiden van het Ruhrgebied worden overgestoken.
Met een grote tangbeweging zou het Ruhrgebied dan omsingeld en veroverd worden en lag de weg naar Berlijn open.
De uitvoering van die plannen werd ernstig vertraagd door het Ardennenoffensief, dat op 17 december 1944 begon. Alle offensieve geallieerde operaties werden gestaakt en alle beschikbare eenheden werden naar de Ardennen gedirigeerd om de Duitse doorbraak te stoppen. Het duurde tot eind januari 1945 voordat de Duitsers teruggedrongen waren op hun uitgangsposities en de geallieerden hun geplande offensieve operaties konden voortzetten.
2.
Het plan voor de verovering van het gebied tussen Maas en Rijn bestond uit twee delen. De Engelsen zouden vanuit de omgeving van Nijmegen naar het zuiden trekken en de Amerikanen via de Roer naar het noordoosten. Het Engelse deel had de codenaam Veritable en het Amerikaanse deel had de codenaam Grenade.
Zo zag het geallieerde plan voor de bevrijding van o.a. Venlo eruit in februari 1945.
1
Beide operaties zouden op 8 februari 1945 beginnen.
Het 9e Amerikaanse leger had voor operatie Grenade een legermacht van 12 divisies samengebracht, ondergebracht in drie legerkorpsen. De linkerflank steunde op de Maas en werd toegewezen aan het XVI Legerkorps. Dat korps beschikte over een 3-tal divisies: de 35e en de 75e infanteriedivisie en de 8e pantserdivisie, versterkt met de 15e cavaleriegroep. De 35e divisie stond op de linkerflank van het legerkorps en bestond uit het 134e, 137e en 320e regiment met ondersteunende eenheden. Ze kreeg de taak om de Westwall, die globaal langs de Nederlands-Duitse grens liep, in de rug aan te vallen en vanuit het zuiden op te rollen. Tijdens het uitvoeren van die taak kon dan ook het nog bezette Nederlandse gebied ten oosten van de Maas, inclusief Roermond en Venlo, bevrijd worden. Vervolgens moest de divisie naar het noordoosten oprukken, Geldern innemen, contact maken met de Engelsen en bij Wesel de Rijn bereiken.
Operatie Grenade, op de kaart groen gekleurd, ondervond echter vertraging omdat de Duitsers de stuwdammen van de Roer in de Eifel hadden opgeblazen. Daardoor steeg het water in de Roer enkele meters en bemoeilijkte dit de oversteek. Het duurde twee weken voordat het water voldoende gezakt was. Op 23 februari 1945 konden de Amerikanen de Roer oversteken en aan hun opmars beginnen.
Zoals al gememoreerd was Venlo daarbij voor de geallieerden van groot belang vanwege de gunstige ligging ten opzichte van de haven van Antwerpen. Vanaf eind 1944 was de toegang tot deze haven vrij zodat hij gebruikt kon worden. De bevoorrading van alle geallieerde troepen ten noorden van de Ardennen liep via de haven van Antwerpen. Ook de opbouw van voorraden voor de geplande oversteek van de Rijn, waaraan ongeveer 1.300.000 soldaten (Canadezen, Engelsen en Amerikanen) zouden deelnemen en de operaties die daarna zouden volgen, liep via Antwerpen en daarmee ook voor een groot deel via Venlo.
Omdat operatie Grenade door de hoge waterstand in de Roer vertraagd was, hadden de Duitsers een deel van hun troepen vanuit het zuidelijk deel van het operatiegebied verplaatst.
Ze waren naar het noorden gestuurd om de Engelsen tegen te houden, die immers al op 8 februari met hun deel van het offensief waren begonnen.
Daardoor stonden bij het begin van operatie Grenade nog slechts delen van vier Duitse divisies tegenover de Amerikanen. Na de oversteek van de Roer op 23 februari ondervonden de Amerikanen dan ook geringe Duitse weerstand. Na twee dagen hadden ze al een bruggenhoofd dat bijna 10 km diep was. De opmars verliep voor de Amerikanen, inclusief de 35e divisie, zeer voorspoedig. Ze werden in hun opmars meer gehinderd door de terreinomstandigheden dan door de Duitsers.
De Duitsers zagen het gevaar dat de oprukkende Amerikanen vormden voor de in het noorden vechtende troepen. Om hun troepen rugdekking te geven tegen de oprukkende Amerikanen begonnen de Duitsers op 27 februari 1945 met het opzetten van een verdedigingslinie van Venlo via Kaldenkerken en Dülken naar Viersen.
De Amerikanen wilden de zwakte van de Duitse tegenstand zoveel mogelijk uitbuiten. Daartoe formeerde de commandant van de 35e divisie, generaal Paul W. Baade, op 28 februari de Task Force Byrne, genoemd naar de commandant van het 320e infanterieregiment, kolonel Bernard A. Byrne.
Kolonel Bernard A. Byrne van het 320e infanterieregiment.
2
De opdracht van de task force was de bevrijding van Venlo. De task force bestond uit het 320e regiment, aangevuld met artillerie en genie-eenheden en ook met het 784e tankbataljon. In de middag van 28 februari stak deze task force de Roer over bij Hückelhoven, trok door de linies van het 134e regiment en rukte ongeveer 12 kilometer op in noordelijke richting.
De volgende dag, 1 maart, vertrok de task force om 07.00 uur vanuit Wildenrath en rukte in snel tempo op richting Venlo. Via Niederkrüchten en Bracht bereikte ze over wat nu de B221 is, na een opmars over 35 kilometer tegen 15.00 uur Kaldenkerken. Uit verkenningen bleek dat Venlo slechts zwak werd verdedigd. Byrne rapporteerde dat aan Baade en die seinde terug: “Take it”. De task force bereikte Venlo die donderdag 1 maart rond 16.00 en bevrijdde het oostelijke deel van de stad.
Dit is het kaartje Byrne’s route op 1 maart 1945
In de avond van 1 maart kreeg het 134e regiment, dat inmiddels als divisiereserve fungeerde, opdracht om ter versterking op te trekken naar Venlo. Die verplaatsing begon op 2 maart rond 02.00 en was die morgen tegen 10.30 voltooid. Het regiment richtte zijn commandopost in op de Kaldenkerkerweg in het Ursulinenklooster. Op 2 maart nam het regiment de plaats in van de task force Byrne en zuiverde de rest van de stad.
De Amerikanen (en ook de Engelsen) waren opgelucht dat ze Venlo zonder veel Duits verzet in handen hadden gekregen. Ze hadden op meer weerstand gerekend. In de plannen van de geallieerden werd er zelfs rekening mee gehouden dat de Engelsen vanuit Blerick de Maas eventueel zouden moeten oversteken om Venlo te bevrijden.
Omtrent de verliezen van de Amerikanen bij de bevrijding van Venlo is niet veel bekend. Vaak wordt een aantal van vijf gewonden genoemd. Dat getal is moeilijk controleerbaar omdat de after actionrapporten per maand werden opgemaakt en dus alleen de verliezen per maand vermelden.
Het 320e regiment verloor in de hele maand maart 1945 8 officieren en 198 overigen (doden en gewonden), bij het 784e tankbataljon waren dat 10 officieren en 94 overigen. Bij nader onderzoek blijkt dat dit bataljon op 1 maart 1945 wel 1 man verloren heeft. Zijn naam is sergeant Charles H. Jefferson, 34 jaar oud. Hij stierf aan verwondingen, die hij opliep “in the vicinity of Venlo” en is begraven op de militaire begraafplaats in Margraten.
Sergant Charles H. Jefferson
3
Omtrent de Duitse verliezen tijdens de opmars van de task force Byrne naar Venlo en bij de bevrijding van de stad zijn geen betrouwbare gegevens voorhanden. Dat wordt veroorzaakt door de wanorde waarin het Duitse leger in de laatste fase van de oorlog verkeerde. Kriegstagebücher (operationele dagboeken) werden niet meer bijgehouden. Commandanten gaven bevelen steeds vaker mondeling of per telefoon: er werd niets meer vastgelegd. Aan Duitse zijde is van sommige acties niks meer bewaard gebleven dan wat potloodkrabbeltjes.
Op 2 maart ’s morgens om 10.00 vertrok de task force Byrne richting Straelen en verder Duitsland in richting de Rijn. De Duitsers raakten verder in het nauw en hun verzet werd vanaf dat moment heviger. Het duurde tot 10 maart 1945 voordat de task force zijn doel, de Rijn, bereikte. Na het bereiken van de Rijn werden de eenheden, die deel uitmaakten van de task force Byrne, afgelost en werd de task force ontbonden, de hele 35e divisie, inclusief het 784e tankbataljon, keerde terug naar de omgeving van Venlo en verbleef een tweetal weken in het gebied ten zuiden (Tegelen en Steyl) en ten oosten (omgeving Kaldenkirchen-Leuth) van de stad. Hier werden de onderdelen opnieuw op sterkte gebracht en heruitgerust. Voorts moest er wachtgelopen worden bij de bruggen over de Maas bij Venlo en begon de training voor de volgende operatie waaraan ze zouden deelnemen: de oversteek van de Rijn en de daaropvolgende omsingeling van het Ruhrgebied.
Ze waren overigens niet alleen in de omgeving van Venlo: het 9e Amerikaanse leger had zijn hoofdkwartier in Mönchengladbach gevestigd, inclusief alle ondersteunende eenheden, opslagplaatsen en werkplaatsen. De Amerikaanse luchtmacht was al sinds 3 maart bezig met het herstel van de Fliegerhorst Venlo om die zo snel mogelijk in gebruik te nemen voor de ondersteuning van de Amerikaanse opmars.
3.
De bevrijders van Venlo maakten deel uit van de 35e divisie en van het 784e tankbataljon.
Het zgn. Santa Fe Kruis van de 35e divisie
De 35e divisie had al in de Eerste Wereldoorlog in Europa gevochten. Toen had ze ook haar bijnaam Santa Fe divisie gekregen en het bijbehorende embleem, een wit Santa Fe kruis op een blauwe schijf met een groene rand. Het Santa Fe kruis was een symbool dat vroeger gebruikt werd om de Santa Fe Trail te markeren. De Santa Fe Trail was een 19e -eeuwse handelsroute door Noord-Amerika, die Independence in de staat Missouri verbond met Santa Fe in de staat Nieuw Mexico. Het was ook het gebied waar de divisie toen trainde. Na de Eerste Wereldoorlog werd de divisie ontbonden, maar nadat de Verenigde Staten bij de Tweede Wereldoorlog betrokken raakten, werd ze weer geactiveerd en naar Europa gestuurd.
De divisie kwam op 25 mei 1944 in Engeland aan, waar in de maand juni nog verdere training werd gedaan. Tussen 5 en 7 juli 1944 werd ze op Omaha Beach in Normandië aan land gezet. Vanaf 11 juli nam de divisie deel aan de gevechten. Op 22 februari 1945 werd de divisie overgeplaatst naar Nederland om een deel van de frontlinie aan de Roer over te nemen. Op 23 februari begon operatie Grenade en rukte de divisie op de linkerflank op naar het noordoosten.
4
Na de bevrijding van Venlo trok ze op 2 maart verder naar het noordoosten, maakte in de buurt van Geldern contact met de Engelsen die uit het noorden kwamen en bereikte op 10 maart de Rijn bij Wesel.
De divisie stak 26 maart 1945 de Rijn over, nam deel aan diverse operaties oostelijk van de Rijn en vestigde op 26 april een bruggenhoofd over de Elbe. Daar werd contact gemaakt met de Russen en stopte de opmars. Na de Duitse capitulatie keerde de divisie terug naar de Verenigde Staten. Op 7 december 1945 werd de divisie ontbonden.
Op 25 augustus 1984 werd de divisie gereactiveerd als onderdeel van de Nationale Garde van Kansas en werd het hoofdkwartier gevestigd in Fort Leavenworth. Sinds die tijd is ze in actie geweest in Bosnië en Herzegovina (2003) en Kosovo (2007-2008). In 2005 vormde de divisie het administratieve commando voor alle eenheden van de Nationale Garde die in de nasleep van hurricane Katrina naar Louisiana werden gestuurd.
Het 784e tankbataljon was een van drie tankbataljons in het Amerikaanse leger, die bestonden uit Afrikaanse Amerikanen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog kende het Amerikaanse leger nog een strikte rassenscheiding. Afrikaanse Amerikanen werden niet geschikt bevonden om gevechtstaken uit te voeren en werden dus voornamelijk ingezet in ondersteunende functies, zoals in de logistiek, als kok of als chauffeur. In het begin van de Tweede Wereldoorlog werd er echter als experiment een tankgroep opgericht bestaande uit drie tankbataljons, die bijna volledig uit Afrikaanse Amerikanen bestonden, alleen de hogere officieren waren blank. Deze eenheden zijn alle drie in Europa ingezet en waren daar zeker niet de mindere van vergelijkbare blanke eenheden. De rassenscheiding in het Amerikaanse Leger werd in 1948 door president Truman afgeschaft.
Het 784e tankbataljon landde op eerste kerstdag 1944 op het vasteland van Europa en werd op 1 januari 1945 voor het eerst ingezet.
Kaartje van de route die de 35e divisie moest afleggen op weg naar Venlo.
5
Het bataljon, dat gedurende de actieve hele periode geleid werd door Lt. Col. George C. Dalia, werd op 3 februari 1945 toegevoegd aan de 35e divisie. Op 8 februari voegde het bataljon zich in Geilenkirchen bij de infanterieregimenten van de divisie en begon samen met hen de training ter voorbereiding op operatie Grenade, die eind februari zou beginnen.
Amerikaanse soldaten worden verwelkomd aan de Kaldenkerkerweg in Venlo
Britse soldaten tussen Venlonaren op de Hertog Reinoudsingel in Venlo.
In het verloop van die operatie bevrijdde het bataljon Venlo en leidde de 35e divisie in de verdere opmars naar de Rijn. Nog steeds toegevoegd aan de 35e divisie werd eind maart de Rijn overgestoken. Het bataljon nam deel aan de noordelijke omsingeling van het Roergebied, totdat half april de opdracht kwam om samen met de 35e divisie naar het oosten op te rukken, richting de Elbe. Die rivier werd op 26 april bereikt waar voor het bataljon de gevechten eindigden.
Bronvermelding:
-Internet:
http://www.coulthart.com/134/index.htm
-Erich Becker, ‘Kaldenkirchen 1939/1945’, Heimatbuch Kempen-Krefeld 1965
-Martien Blondel, (Gijs Bertels), Die swaere noodt, Kroniek van een belegerde stad (1945)
–Martien Blondel, (Gijs Bertels), Oorlog en herstel in Noord-Limburg 1940- 1950, een herinnering in foto’s, Venlo 1975
–Heinz Bosch, Der Zweite Weltkrieg zwischen Rhein und Maas: Eine Dokumentation der Kriegsereignisse im Kreise Geldern, 1939-1945, Geldern 1970
-R. Camps e.a.,Venlo vijftig jaar bevrijd, Gemeentearchief Venlo 1995
-Christ Klep en Ben Schoenmaker (red.),
De bevrijding van Nederland 1944-1945, oorlog op de flank , Den Haag 1995
-Ulysses Lee, United States Army in World War II, Special Studies, The employment of negro troops; Center of military history United States Army, Washington D.C. 2000
(https://history.army.mil/books/wwii/11-4/chapter21.htm)
–Ben Schoenmaker, De bevrijding van Venlo 1944-1945, Venlose Katernen 5, 1995
–Wolfgang Trees, Schlachtfeld zwischen Maas und Rhein: das Ende des zweiten Weltkrieges September bis März 1945, Aachen 1995
6
De bevrijding van Venlo Maas & Duin 1 rectificatie
Wim Didriëns
In de eerste uitgave van Maas & Duin stond een artikel van mijn hand over de bevrijding van Venlo. Daarin was sprake van de dood van de Amerikaanse sergeant Jefferson van het 784e tankbataljon bij de bevrijding van Venlo. Navraag bij mevr. M. Kirkels en dhr. S. Vonk die het project “the 172 African Americans of Margraten” hebben gedaan, heeft nieuwe informatie opgeleverd.
Daaruit blijkt, dat Charles Jefferson al op 27 februari 1945 bij gevechten net over de grens in Wassenberg gewond is geraakt. Hij is vervolgens overgebracht naar het ziekenhuis in Sittard, waar hij op 1 maart 1945 aan zijn verwondingen is overleden. Hij is dus niet bij de bevrijding van Venlo omgekomen.