8 februari 2020

De dag waarop wij Toon Ammerlaan en zijn broer, Harry, ontmoetten. Na Toon te hebben gebeld, hebben we de 93-jarige meneer en zijn broer ontmoet. Wij, Wouter en Bram, hebben ons voorgesteld en gezellig gekletst. Maar toen kwam het verhaal waar we naar opzoek waren: hun belevenis van de Tweede Wereldoorlog!

Waarom dit interview? Wij hebben dit interview gedaan, omdat dit een opdracht was van school. Onze docent heeft groepjes gemaakt en ervoor gezorgd dat we personen konden interviewen die de oorlog hebben meegemaakt.

Van dit interview hebben wij een verslag gemaakt.

De familie Ammerlaan

Toon en Harry Ammerlaan groeiden samen met hun vader, moeder en nog 8 broers/zussen op in Venlo-Oost. Toon en Harry woonden tijdens de oorlog om precies te zijn op de Herungerweg. Toon en Harry waren een van de jongste kinderen thuis. Venlo-Oost is volgens de broers erg veranderd. Vroeger bestond Venlo-Oost namelijk grotendeels uit tuindersland. Nu is een groot gebied dichtbebouwd.

 Zo veel kinderen? Is dat niet veel? Nee. In die tijd was het redelijk normaal om zoveel kinderen te hebben.

De Duitse inval

Toen de Duitsers 10 mei 1940 Venlo binnenvielen, werden Toon en Harry ‘s ochtends door hun vader wakker gemaakt. Hij riep naar hen: ‘het is oorlog!’ Toon en zijn broers en zussen keken vanuit het raam de Schaapsdijkweg op. De Duitsers marcheerden hier over het Venlose land. Voor het eerste zagen de toen nog 12-jarige Toon en de 10-jarige Harry een grote groep militairen met wagens, paarden, karren, kanonnen, geweren en ga zo maar door. Toon en Harry vonden dit maar eng en spannend, maar deze angst was snel weggenomen. De dag erop kregen ze namelijk te horen dat de school tijdelijk dicht was. Achteraf had de school volgens Toon door moeten gaan. Maar wij denken dat hij er als kind anders over dacht ;).

Hadden jullie bij de inval gevechten gehoord?

‘Ja’, zeiden ze beiden. Ze hebben bijvoorbeeld gehoord dat spoorlijnen en bruggen werden geëxplodeerd en zagen ze vliegeniers die elkaar beschoten. Ook hebben ze gezien dat er werd geschoten op mensen.

Was de oorlog akelig? En waren jullie bang als er een Duitser voorbijkwam?

‘De oorlog was wel spannend, maar niet akelig. Als je je mond hield en nergens mee bemoeide, viel de oorlog best mee.’zei Harry. In de oorlog kreeg Harry van iemand te horen dat er een Jood in de kelder van de wethouder zat ondergedoken. Harry vertelde dit tegen niemand. Uiteindelijk heeft deze Jood de oorlog overleeft.

Bang voor de Duitsers waren Toon en Harry niet zo erg. Dit kwam doordat veel Duitsers bij hen in de buurt woonden. Vader Ammerlaan deed namelijk veel klusjes voor de Duitsers, waardoor Toons en Harry’s vader eten en kleding kreeg voor thuis. Dit mochten Toon en Harry dan bij de Duitsers ophalen. Ook sliepen er af en toe  Duitse militairen bij hun in huis. Hierdoor kreeg familie Ammerlaan een goede band met de Duitse militairen, waardoor zij niet bang voor de Duitsers hoefden te zijn.

Omgeving

Toon en Harry woonden dus samen met hun vader, moeder, broers en zussen in de Herungerweg in Venlo-Oost. Venlo bestond toen grotendeels uit tuindersland, maar toch stonden er al veel wijken met huizen. Veel Nederlanders moesten van de Duitsers het huis uit, zodat de Duitse soldaten met hun vrouwen zich daar konden stationeren. De Duitsers maakten volgens Harry onderscheid tussen hoge militairen, ‘normale’ militairen en vliegeniers. De hoge militairen kwamen op de Postwagen en op de Herungerweg te wonen. Vliegeniers woonden in de villa’s en de ‘normale’ militairen woonden op de plek van de Mutsaersstichting nu. Op de Venlose heide is er een zweefvliegveld. Toen de Duitsers Nederland bezetten, was dit het vliegveld van de Duitsers. Dit vliegveld werd toen veel gebruikt.

Woonden er bij jullie NSB’ers of mensen van het verzet in de buurt?

NSB’ers woonden niet bij Toon en Harry in de buurt. Wél wisten ze dat er bij hun in de buurt mensen werkten bij het verzet. Toon, Harry en hun medeleerlingen deden niet mee aan het verzet. Wel hebben Toon en Harry wel eens met stenen gegooid naar Duitse militairen die in Café Centraal zaten. Ook kenden zij naar eigen zeggen ‘akelige’ Duitse liedjes. Maar daar hield het ook bij op. De familie Ammerlaan maakte zelf geen deel uit van de NSB of het verzet.

NSB? Wat is dat? NSB staat voor Nationaal Socialistische Beweging. Mensen die zich bij deze organisatie aansloten, waren het eens met Hitlers ideeën.

Veranderingen

Volgens Toon en Harry veranderde er erg veel. Zo moest men zich aan de verduistering houden, had je bewijs nodig om ‘s avonds naar buiten te mogen, er kwamen voedselbonnen, je moest veel van je bezit aan de Duitsers overhandigen en ga zo maar door. Ook moesten fitte jongens vanaf een bepaalde leeftijd werken in Duitse fabrieken. Deze veranderingen vonden ze uiteraard allemaal niet leuk.

Luisterden jullie thuis naar Radio Oranje?

Nadat de Duitsers Nederland hadden veroverd, moest men al snel alle radio’s inleveren. Toons en Harry’s vader had twee radio’s. Een hadden ze er ingeleverd en een hadden ze gehouden. Op deze manier konden ze thuis stiekem naar Radio Oranje luisteren.

Kwamen verder ook nog positieve veranderingen tijdens de Duitse bezetting?

‘Ja, die waren er ook’, zei Harry. Zo kwam er onder de nieuwe bezetter een kinderbijslag voor jonge kinderen, er kwamen ziekenfondsen, moest Blerick verplicht bij Venlo horen en kreeg iedereen een paspoort. Ook waren voor de oorlog de sociale voorzieningen erg slecht. Onder leiding van Hitler en Mussert werden de voorzieningen beter.

Verder kregen daklozen betere hulp onder Hitlers leiding. Deze daklozen kregen voedselbonnen in ruil voor werk. Zij kregen dan een fiets waarmee ze naar ‘De Piel (ergens tussen Horst en Sevenum)’ konden fietsen om te werken. De hoeveelheid eten die de daklozen kregen was schaars. Maar beter iets dan niets.

Waarom kwam er een kinderbijslag? Hitler hoopte op deze manier dat ouders meer kinderen zouden krijgen. Hoe meer kinderen betekende hoe meer mensen in het leger of in een Duitse fabriek konden werken. Dit was de gedachtegang van Hitler.

Ondanks deze ‘positieve’ veranderingen vond Toon dat de Duitsers zich beter voordeden dan dat ze daadwerkelijk waren.

Het is bekend dat aan de einde van de Tweede Wereldoorlog er een tekort was aan veel dingen. Hadden jullie thuis ook last van schaarste?

‘Ja, maar we hadden het niet slecht’ wist Toon te vermelden. Hoewel ook zij een hongerperiode hadden, hadden veel mensen het veel slechter. Iedereen kreeg voedselbonnen waarmee men etenswaren kon halen. Als de bonnen op waren, had je niets te eten. Zoals al is vermeld, woonden veel Duitsers bij Toon en Harry in de buurt. Als er een tekort aan eten was, ging hun vader naar de Duitsers om klusjes te doen. In ruil daarvoor kreeg de familie eten, zoals brood en soep. ‘Dus als je de vraag stelt of we het slecht hebben gehad, zou ik zeggen nee’, zei Toon. ‘Sommigen gezinnen hebben het veel slechter gehad.’

Wel wist Harry te vermelden dat zij een tekort aan kleding hadden. Toon en Harry hadden weinig kleren en weinig schoenen. Als je één paar schoenen per jaar kreeg, had je al luxe. Toon had een paar reserven schoenen, omdat hij dezelfde maat had als zijn vader. Aan kleding was een enorme behoeften. Zo moesten ze kleding dragen die gemaakt waren van jute aardappelzakken. En droegen ze ook overhemden gemaakt van oude zakken. Maar ook hier kon het veel erger. Sommige kinderen hadden geen schoenen of ze droegen kapotte schoenen. Maar daar werd niet over gepraat.

Toon en Harry vonden de Duitsers in het algemeen niet slecht. Er zaten weliswaar slechte Duitsers bij, maar er waren ook goede Duitsers volgens Toon.

School

Toen de oorlog begon, waren Toon en Harry 12 en 10 jaar oud. Nadat ze aan het begin van de oorlog niet naar school hoefden, moest het later toch wel. Ondanks dat het oorlog was, ging het normale leven bij familie Ammerlaan in het algemeen gewoon door. Toon, Harry en hun broers en zussen zaten op de Mosterd School in Venlo. Deze school is het Kunstencentrum van nu. De Mosterd School was een normale basisschool. Je had deftige en minder deftige kinderen. En voordat de oorlog begon waren alle religies toegestaan.

Veranderde er veel na de bezetting van de Duitsers op jullie school?

Toen de Duitsers tijdens de Tweede Wereldoorlog Nederland bezetten, veranderde er best veel op hun school. Joodse kinderen en Joodse docenten moesten naar een andere school, lessen Engels mochten niet meer gegeven worden, er was heel veel uitval en je moest altijd positief zijn over de Duitse bezetters. Dit vonden Toon en Harry allemaal best jammer. Ondanks dit alles vonden zij het knap dat de meeste docenten doorgingen met het geven van normale lessen.

Verder zaten er per klas maar weinig leerlingen. Vijf kinderen in een klas was al veel. Dit kwam doordat veel mensen naar Friesland en Groningen gevlucht waren voor de Duitsers. Dit deden zij in de hoop dat de Duitsers dat gedeelte van Nederland niet konden bereiken. Hierdoor was school tijdens de oorlog anders als school voor de oorlog.

Toen wij de vraag stelde of er een positieve verandering was ten opzichte van school voor de oorlog en tijdens de oorlog, zeiden de gebroeders dit: ‘als tijdens een toets op school het luchtalarm afging, moesten we allemaal naar de kelder. Er mocht dan niet gepraat worden, maar dat gebeurden stiekem toch. Dan vroegen we aan elkaar wat de juiste antwoorden waren. Op deze manier had iedereen een hoog cijfer.’

Joden

Waarom had Hitler zo’n haat tegen Joden? Toen er in Duitsland een enorme crisis uitbrak, betekende voor veel Duitsers dat zij geen inkomsten meer hadden. Veel Joden hadden vroeger eigen bedrijven. Door deze bedrijven merkten zij weinig van de crisis. Dit maakte Hitler woedend, waardoor hij bedacht om Joden te zien als criminelen. Dit deed hij door te zeggen dat Joden alleen maar profiteerden van de crisis, doordat zij de crisis veroorzaakten. Hitler gaf de Joden de schuld van alle ellende. Mensen gingen dit geloven, waardoor de haat naar Joden toenam.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden Joden in Nederland extreem onderdrukt. Toon en Harry vertelden dat de haat van Hitler tegen Joden in de jaren 30 extreem toenam. Daarom vluchtten veel Joodse gezinnen toen naar Nederland. Omdat veel Joden in Duitsland bedrijven hadden en het daar hadden verkocht, begonnen veel Joodse mannen ook in Nederland bedrijven op te starten. Deze zorgden dan voor werkgelegenheid en geld voor de overheid.

Merkten jullie veel van de onderdrukking op Joden?

‘Ja, want veel Joodse kinderen en Joodse docenten op onze school moesten naar een andere school. Ook werden er voor Joden veel dingen verboden. Zo mochten zij niet naar een zwembad en was het voor hen niet toegestaan om een bioscoop te bezoeken’, zei Harry. Zelf vonden ze het verschrikkelijk wat er later in de oorlog met Joden gebeurden. Later toen het bestaan van concentratie- en vernietigingskampen bekend werd, vonden zij dit al helemaal.

Voordat Duitsland Nederland binnenviel, kreeg de familie Ammerlaan te horen dat een aantal Joodse gezinnen die in Venlo woonden, waren gevlucht voor de Duitsers. Zij waren net voordat de Duitsers Nederland bezetten gevlucht naar onder andere Amerika. Deze gezinnen hadden alles achtergelaten. Toon en Harry vonden het in het begin erg vreemd dat zij waren gevlucht, maar later toen de afkeer tegen Joden extreem werd, vonden Toon en Harry hen eigenlijk wel dapper.

Toon vindt dat het grootste probleem van deze oorlog het sadisme was. ‘Er zijn zomaar miljoenen Joden, gehandicapten en homoseksuelen vermoord!’

In Toons klas zaten vroeger 30 kinderen. Waaronder maar liefst vijftien Joden. Helaas hebben er maar twee hiervan de oorlog overleeft. Dit geeft volgens Toon een goed beeld van de volkerenmoord op Joden tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Onderduiken

Vanaf een bepaalde leeftijd moest je werken in Duitse fabrieken. Veel mensen wilden dit niet en gingen onderduiken. Een van deze onderduikers was Toons en Harry’s broer. Tijdens het onderduiken is Fransiscus, Toons en Harry’s broer,  verraden en naar een concentratiekamp in Duitsland gestuurd.

Toen Toon de leeftijd bereikte om in fabrieken te kunnen werken in Duitsland, besloot hij om te onderduiken. Een aantal van Toons en Harry’s broers zaten ondergedoken bij Nizza. Die plek was toen nog tuindersgrond. Op die grond stond een hutje met een kelder waar een verwarmingsketel was gebouwd. Kort nadat ook Toon daar zat ondergedoken, kwamen de Duitsers erachter dat er mensen zaten ondergedoken. Toon en zijn broers vluchtten de hoge begroeiing in, waardoor de Duitsers de ondergedoken broers niet konden arresteren. De broers kregen een nieuw onderduikadres. In het pand van het huidige bedrijf Canon in Venlo bij het Kapelke van Genooi zaten ze ondergedoken. Toons en Harry’s vader was de baas van dit bedrijf. De broers zaten in een kelder verstopt waar de gasketel ruimte zich bevond. Toon zei: ‘dit was een geweldige plek om ons te verstoppen, omdat de Duitsers hier niet durfden te komen. De Duitsers waren namelijk bang dat de gasketel zou ontploffen, haha.’ In dezelfde ruimte stond een paard genaamd Max. Ook het paard moest onderduiken, omdat de Duitsers alle paarden wilden hebben om te kunnen gebruiken in het Duitse leger. Nadat Venlo gebombardeerd werd, kwam de gasketel in brand te staan. Gelukkig konden de onderduikers daar gewoon blijven zitten. Ook al was de stank die vrij kwam erg vies. Ook Harry zag dat de gasketel in brand kwam te staan, want ook hij moest op een gegeven moment onderduiken. Uiteindelijk hebben de broers op dit onderduikadres gezeten totdat de oorlog was afgelopen.

Toon en Harry vonden het onderduiken geen pretje. Het was erg saai, want je moest erg stil zijn. Maarja, wat moest dat moest in een tijd van oorlog.

Bevrijding

1 mei 1945 werd Venlo bevrijd door de Amerikanen. De familie Ammerlaan werd erg overvallen door de bevrijding van de Amerikanen.

Waarom kwam de bevrijding als een verrassing?

Harry zei: ‘De Engelsen zaten aan de andere kant van de Maas. Aan de Blerickse kant. Al een lange tijd zaten de Venlonaren, wij,  te wachten op de bevrijding, maar de Engelsen kwamen niet door de Duitse verdediging heen. Wij zagen de bevrijding niet aankomen. De Engelsen vochten tegen de Duitsers bij de Maas, terwijl de Amerikanen vanaf de Herungerweg kwamen, waardoor de Duitsers zaten ingesloten’.

De Amerikanen kwamen dus Venlo via de andere kant binnenvallen. Harry vertelde vol enthousiasme: ‘de Amerikanen kwamen met grote wagens en met de modernste apparatuur. Je zag aan de Amerikanen dat ze zelf in spanning zaten. Maar toen de Amerikanen de vreugde zagen van de Nederlanders was het groot feest. De Amerikanen bloeiden helemaal op van de vreugde van de mensen.’

Toon vertelde: ‘de Amerikanen deelden tabak en chocolade uit.’ Volgens Toon en Harry was het een dolle boel. Er werd gedanst, gefeest, chocolade gegeten en eindelijk weer gerookt.

U zei dat jullie eindelijk weer konden roken. Was dat een lust in die tijd?

Dat was zeker een lust. De meeste Nederlanders wisten bij wijze van spreken niet eens meer hoe je het woord sigaret schreef.

Hadden jullie de hele oorlog dan niet meer gerookt?

Het gezin van familie Ammerlaan kon wel af en toe nog een sigaretje roken. Dit kwam doordat zij zelf tabak teelden. In hun tuin hadden ze een veld waar zij dan tabak teelden. Als de tabaksbladeren klaar waren, werden ze achter de kachel gelegd. Daar werden de tabaksbladeren gefermenteerd. Op een gegeven moment draaiden ze daar een vloeitje sigaretjes van. Ook gingen Toon, Harry en een paar van hun broers naar Gipmans in Tegelen. Daar werd een soort saus gemaakt. Als je die saus met de zelfgemaakte tabak bij elkaar deed, rook die sigaret net als een fatsoenlijke, Amerikaanse sigaret. Maar deze sigaretten smaakten nog lang niet zo goed als een goede sigaret.

Dus de Amerikaans sigaretten waren volgens Harry een lust. De sigaretten die de Amerikaanse militairen mee namen waren namelijk hele dure en van erg goede kwaliteit. Toen men de eindelijk weer een goede sigaret kon nemen, leek het volgens hen wel een droom die uitkwam.

Volgens Toon en Harry reageerden hun ouders erg gespannen op de bevrijding. De familie was namelijk erg benieuwd hoe het met Franciscus (de broer van Toon en Harry) ging. Zij wisten niet naar welk kamp hij was gestuurd en ze wisten ook niet hoe het met hem ging. De vragen spoelden door het hoofd: waar was hij? Leeft die nog? Wat is er met hem gebeurd? Toon zei: ‘dit alles wisten wij niet’.

Wat was het eerste wat jullie met jullie vrienden deden na de bevrijding?

Het eerste wat wij hadden gedaan is onze school overhoop gooien. Harry vertelde er snel bij: ‘wij hebben niet alles gesloopt hoor. Alleen alles wat Duits was.’

Na de bevrijding

Na de bevrijding is er niet veel veranderd. De eerste jaren werden de leefomstandigheden zelfs slechter. Maar het gevoel dat ze waren bevrijd was sterker dan de slechtere leefomstandigheden. Hierdoor leek het volgens Harry dat alles beter werd.

Hebben de Duitsers jullie in het algemeen slecht gedaan?

‘Nee, helemaal niet’, wist Toon uit te brengen. Buiten dat de Duitsers hun broer hadden opgepakt, deden de Duitsers hen niet slecht.

Net nadat de Amerikanen en Engelsen Venlo hadden bevrijd, kreeg de familie bericht. Toons en Harry’s broer Franciscus leeft!

Broer Franciscus

Nadat Venlo werd bevrijd, werd het concentratiekamp waar Franciscus verbleef ook bevrijd. De Engelsen hadden het kamp bevrijd! Toon en Harry kregen het bericht van het Engelse rode kruis waarin stond dat hun broer het had overleeft. Maar vier dagen later kreeg de familie een nieuw bericht: Franciscus Ammerlaan heeft het toch niet  overleeft…

Hoe is hij dan om het leven gekomen?

‘Volgens het Engelse rode kruis was hij vier dagen na de bevrijding van het kamp gestorven door de slechte omstandigheden’ zei Harry. ‘Toen de Duitsers merkten dat ze de oorlog zouden verliezen en dat de Russen en Engelsen van plan waren om dit kamp te bevrijden, besloten de Duitsers om gif in het eten van de gevangenen te doen. Door deze actie zijn maar liefst 500 mensen per dag dood gestorven. Waaronder onze oudere broer’. Om die vermoorde mensen te verstoppen, hebben de Duitsers de overledenen begraven in massagraven.

Uiteindelijk zijn alle overledenen die in massagraven waren verstopt, eruit gehaald. Zij zijn allen apart begraven op een kerkhof bij het werkkamp in de buurt. Op dit kerkhof liggen maar liefst 5000 mensen begraven.

Toon en Harry hebben het kerkhof bezocht. Dit was hen erg emotioneel.

Lees meer interviews